Vakantiehuis Tsjechie Moravie
Vakantiehuis Tsjechie in Moravisch Beskiden
gebergte
Moravië
Moravië is het oostelijk deel van Tsjechië. De landstreek dankt haar naam aan de Morava,
één van de rivieren, die in het Hruby Jesenik (het Jeseniky Gebergte) ontspringt en bij
de Slowaakse hoofdstad Bratislava met de Donau samenvloeit. Moravië is dunner bevolkt dan
Bohemen. En afgezien van de weidse akkerlanden, bestaat het Moravische landschap uit
dichte wouden, diepe kloven, steile kalkwanden, heldere riviertjes, druipsteengrotten en
wijngaarden.
Tussen Ostrava en Brno strekt zich een fraai natuurgebied uit waar bergen, heuvels, bossen
en wijngaarden elkaar afwisselen. Ook vindt men er stadjes met kastelen en burchten uit
allerlei tijdperken. Het barokke slot in Kromeriz is daarvan een fraai voorbeeld, maar er
zijn ook dorpjes met houten huizen en zelfs kuuroorden. Aan de rand van het unieke
natuurgebied de Moravische Karst, een uniek kalksteengebied, met zijn magnifieke
druipsteengrotten en donkere wouden ligt de Moravische hoofdstad Brno, voornamelijk een
handelsstad. Ook op het gebied van stedenschoon en cultuur heeft de omgeving van Brno veel
te bieden. Olomouc was ooit een belangrijke plaats in het Boheemse Koninkrijk en na Praag
de stad met de meeste monumenten. Ook Blansko, Slavkov en Kromerz zijn stuk voor stuk
plaatsen die in heden en verleden van belang zijn (geweest) voor de ontwikkeling van de
streek.
Achtereenvolgens worden de volgende streken behandeld:
Severni Morava (Noord-Moravië)
Jizni Morava (Zuid-Moravië)
Severni Morava (Noord-Moravië)
De Beskydy (het Beskiden Gebergte) is een lange massieve bergketen die zich uitstrekt
langs de historische grens van Moravië en Slowakije. Het is het grootste gebergte van het
land, niet ver van de Poolse en Slowaakse grens. Gemiddeld bereiken deze bergen in de
noordoost hoek van Moravië een hoogte van 800 en 1000 meter boven de zeespiegel. De
hoogste top is de Lysa Hora (1324 meter). De streek is rijk aan natuurschoon, historie,
folklore en pittoreske stadjes en vol stille schoonheid met grote beuken- en dennenbossen,
op sommige plaatsen zelfs van oerwoudachtige allure. Frisse bergweiden, onstuimige en
forellenrijke bergstromen en schilderachtige dorpjes completeren het landschap. De
bergkammen zijn bedekt met uitgestrekte bossen in combinatie met weidegebieden.
Laat in de 15e eeuw hebben de Wallachen, een volk dat leefde van het fokken van schapen,
zich hier gevestigd en hun volksarchitectuur gaf deze streek een voornaam karakter. Een
aantal van hun huizen zijn tezamen met hun volkskunst bewaard gebleven en nu te zien in
een uniek openluchtmuseum (skansen) in Rodnov Pod Radhostem.
De winter in het Beskydy Gebergte is lang met veel sneeuw en het ski-seizoen duurt dan ook
zeker tot het vroege voorjaar. De bergweiden op de hellingen zijn dan omgetoverd tot
uitstekende ski-terreinen. Er zijn vele skiliften en fraaie afdalingen.
Het Hruby Jesenik (het Jeseniky Gebergte) ligt noordelijk langs de Poolse grens en is een
natuurgebied met talloze bergriviertjes, rijk aan forellen; ook de rivier de Morava
ontspringt er. Het middelpunt van het gebergte is de berg Praded (Altvater) met een hoogte
van 1490 meter. Het is de moeite waard om vanuit Olomouc een tocht te maken naar de
Praded, de hoogste top van het Jeseniky Gebergte (ook wel het Moravisch Sneeuwgebergte
genoemd). De hoge, door diepe spleten gescheiden bergmassieven, zijn gedeeltelijk kaal en
gedeeltelijk met mos begroeid. Het is een bosrijk middelgebergte met een aantal kuuroorden
en badplaatsen, die voor een deel fraaie bouwwerken uit de 19e en 20e eeuw hebben bewaard.
Het zuivere koude water wordt voor allerlei genezingsmethoden gebruikt.
Bezienswaardigheden:
Het onderstaande geeft enige informatie over eventuele uitstapjes in het gebied.
Achtereenvolgens worden de volgende plaatsen en hun naaste omgeving behandeld:
Svitavy (Zwittau), Moravska Trebova
(Mährisch Trübau), Mohelnice (Müglitz), Brnenec
(Brünnlitz), Olomouc (Olmütz), Litovel, Kromeriz (Kremsier), Vizovice, Zlin, Horni Becva, Roznov Pod Radhostem, Karolinka,
Stramberk, Novy Jicin, Koprivnice, Pustevny (Trojanovice), Solan, Bumbalka, Bila, Sternberk (Sternberg), het Hruby Jesenik (het
Jeseniky Gebergte), Sumperk, Velké-Losiny
(Gross-Ullersdorf), Bruntal (Freudenthal), Kraliky
(Grulich), Lipova Lazné (Niederlindewiese), Karlova Studanka (Bad Karlsbrunn), Jesenik
(Freiwaldau), Zlaté Hory, Krnov
(Jägerndorf), Opava (Troppau), Fulnek, Ostrava, Frydek-Mistek, Cesky Tesin (Teschen), Cieszyn (Polen), Bystrice en Jablunkov (Jablunkau).
Op weg naar Noord-Moravië en Silezië gaat de tocht vanuit Brno langs de stadjes SVITAVY (Zwittau), MORAVSKA TREBOVA
(Mährisch Trübau) en MOHELNICE (Müglitz). Deze geven een
goede indruk van de Moravische cultuur en er zijn vele bezienswaardigheden. We noemen het
mooie stadsplein van Svitavy, het kasteel van Moravska en de prachtige kerk van Mohelnice.
De Duitse naam van BRNENEC (aan de rivier de Svitava, ten
zuiden van Svitavy) is beter en slechter bekend: Brünnlitz. In deze plaats was de
munitiefabriek van Oscar Schlindler gevestigd, de Sudetenduitse ondernemer die aan het
einde van de Tweede Wereldoorlog honderden joodse gevangenen uit het concentratiekamp
Auschwitz-Birkenau wist te redden en hier te werk te stellen.
De chocoladestad OLOMOUC (Olmütz), ontstaan uit een
nederzetting, ligt op de oever van de Morava (March). Van deze voormalige hoofd- en
bisschopsstad is de aard als bestuurscentrum uitstekend bewaard gebleven. Oorspronkelijk
was Olomouc de hoofdstad van een vorstendom van de Przemisliden, maar in 1036 werd het een
bisschopsstad. Daarna werd het onder de bisschoppen, die steeds meer invloed kregen, een
centrum van geestelijke en politieke stromingen. De stad heeft een bewogen geschiedenis
achter de rug, maar de cultuur heeft er altijd op de voorgrond gestaan. Na de Dertigjarige
oorlog is de stad in de 18e eeuw opnieuw opgebouwd.
Van de Domberg in het oosten van de stad Olomoc loopt een verkeersader naar het westen.
Het is de oude handelsweg die zich op de heuvel, waar de Maria Sneeuwkerk en het
jezuïetenklooster staan, in verschillende richtingen vertakt. Twee wegen voeren naar het
hoger gelegen gedeelte van de stad, waar het Raadhuis en de Drievuldigheidszuil (de
grootste die ooit is opgericht), staan. Deze zuil is een bouwwerk dat bestaat een kapel
met drie verdiepingen, versierd met 30 beelden en 20 relifs, waarboven zich de eigenlijke
zuil verheft. Keizerin Maria Theresia heeft persoonlijk de inwijding in 1754 bijgewoond.
Vlakbij staat het Raadhuis met zijn slanke toren aan het prachtige plein. Ten zuiden
daarvan ligt nog een plein. In het midden staat een Mariazuil met aan weerszijden twee
schitterende fonteinen.
Olomouc had al in de 13e eeuw een Latijnse school en is sinds het einde van de 16e eeuw
een universiteitsstad. Aan het hof van de bisschoppen en aartsbisschoppen verkeerden
geleerden en kunstenaars. Kardinaal-aartsbisschop Rudolf, die zelf musiceerde en
componeerde, was de vriend en beschermer van de beroemde Duitse componist Beethoven. In
1767 trad het wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart hier op. In de 19e eeuw woonde er een
aantal beroemdheden in de stad. Zo verbleef de Oostenrijkse keizer Ferdinand met zijn
hofhouding er een tijdje en was de componist Gustav Mahler hier in 1883 dirigent van het
plaatselijk orlest.
Olomouc was ooit een belangrijke plaats in het Boheemse Koninkrijk en na Praag de stad met
de meeste monumenten. Een gordel van stadsmuren en plantsoenen omringt de sfeervolle
binnenstad van Olomouc met talrijke bezienswaardige kerken, gevels en fonteinen. De
monumentale, veelal in barokstijl opgetrokken gebouwen zijn beslist de moeite waard om te
bekijken. In de verschillende kerken kan men schitterende kunstwerken bewonderen. Zo heeft
Olomouc een indrukwekkende kathedraal, de St. Wenceslas, met in de crypte een omvangrijke
domschat. In deze domkerk werd de 16-jarige koning Wenceslaus III het slachtoffer van een
moordaanslag. Daarmee kwam een eind aan het geslacht van de Przemisliden dat 600 jaar over
Bohemen en Moravië had geregeerd. In de troonzaal van het fraaie, in barokstijl gebouwde,
aartsbisschoppelijke paleis, deed keizer Ferdinand III, na de revolutie van 1848, afstand
van de troon ten gunste van zijn neef Frans Jozef. Deze Frans Jozef begon in Olomouc als
18-jarige aan een regeerperiode, die maar liefst 58 jaar zou duren.
Ook vindt men in Olomouc het grootste orgel van Midden-Europa. Liefhebbers van
barokarchitectuur en 19e-eeuwse bouwkunst komen in deze oude bisschopsstad zeker aan hun
trekken. Indrukwekkend is het gebouwencomplex van het voormalige premonstrantenklooster
Hradisch.
Op de eerste van elke maand kan het bekende bedevaartcentrum de Heilige Berg worden
bezocht. Een geliefd bedevaartoord van de Moraviërs, die de Heilige Berg liefkozend
'Svaty Kopecek' ('Heilig Bergje') noemen. Er staat een 17e-eeuwse bedevaartskerk met
fraaie fresco's; hier wordt de Madonna met Kind vereerd. Wie daar een van de
bedevaartplechtigheden meemaakt, leert de Hanaken kennen, de trotse boeren uit de
omgeving, waar de rijkste akkerbouwgebieden van het land te vinden zijn. Vanaf het veld
voor de kerk loopt een pad naar beneden waar de resten van een barokke kruiswegstatie
staan. Aan de andere kant van de kerk ligt de dierentuin.
LITOVEL (ca 20 km westelijk van Olomouc) wordt ook wel het
Venetië van Moravië genoemd. Het stadje heeft deze bijnaam te danken aan de opsplitsing
van de rivier de Morava. Zes rivierarmen lopen door Litovel heen, één ervan loopt zelfs
onder de toren van het raadhuis door. Het is een bijzondere plaats, die ook nog een aantal
interessante bouwwerken en industrieën heeft. Een stadje waar het genieten is van de
echte Tsjechische cultuur. Het beroemde Litovel-bier bijvoorbeeld wordt hier gebrouwen en
geëxporteerd naar minstens 40 landen.
Ten zuiden van Olomouc (op ca 30 km) ligt de oude zomerresidentie van de bisschoppen en
aartsbisschoppen, KROMERIZ (Kremsier), een folkloristische
stad, die in haar geheel onder monumentenzorg valt. Het beeldschone plaatsje ligt ten
noorden van het Marsgebergte en werd omstreeks 1260 gesticht door bisschop Bruno von
Schaumburg. Het kasteel (aartsbisschoppelijke paleis) met zijn rijke interieur en
kunstschatten staat aan de noordoosthoek van het marktplein. De grote zaal met de beroemde
fresco van Franz Anton Maulpertsch mag gerust het pronkstuk worden genoemd. Verder bevat
het kasteel een rijke schilderijenverzameling. De oudste schilderijen zijn van de hand van
Lucas Cranach, die deze voor bisschop Thurzo schilderde. Bisschop Karl von Liechtenstein
Castelaren heeft dit oorspronkelijk middeleeuwse slot in de 17e eeuw laten verbouwen tot
een barokslot met een symmetrische tuin (à la Versailles) met labyrint en rosarium. Deze
bisschop heeft ook werken van o.m. Rubens, Van Dijck, Veronese en Titiaan toegevoegd aan
de schilderijenverzameling.
In centraal Moravië wordt rond de plaats VIZOVICE, ca 15
km oostelijk van Zlin (z.o. van Kromeriz), een venijnige
pruimenjenever gebrouwen. Het alcoholpercentage in deze slicovice kan oplopen tot 90.
Alleen Vincent van Gogh's absinth, platenreiniger en de inhoud van een accu zijn
gevaarlijker.
HORNI BECVA (ca 20 km oostelijk van Roznov Pod Radhostem) is
een klein dorpje, maar vanuit dit plaatsje kan men leuke uitstapjes in het Beskydy
Gebergte maken.
In de Beskydy (Beskiden), het woongebied van de Waldachijers, geeft een bezoek aan het
openluchtmuseum van het stadje ROZNOV POD
RADHOSTEM (ca 70 km oostelijk van Olomouc), een goede indruk van de cultuur van deze
Waldachijers. Dit uit Roemenië afkomstige nomadenvolk trok in de middeleeuwen naar deze
streek. In het museum kan men de 17e-eeuwse bouwkunst bewonderen en ook oude Tsjechische
ambachten. Er zijn souvenirwinkeltjes en stands waar men locale specialiteiten kan
proeven. In het park bevindt zich een podium waar gedurende de zomermaanden regelmatig
locale groepen optreden (Zie ook bijlage 210/2).
Het kleine, levendige stadje - met zijn 12000 inwoners - ligt mooi in de beschutting van
het Beskidy Gebergte. Het klimaat is er dan ook zeer aangenaam. Het landschap rond Roznov
wordt bepaald door uitgestrekte sparren- en dennenbossen, waar reeën en herten nog vrij
spel hebben, maar de streek telt ook enkele grote beukenbossen, op sommige plaatsen zelfs
van oerwoudachtige allure. Frisse bergweiden, onstuimige en forellenrijke bergstromen en
schilderachtige boerendorpjes completeren het landschap.
In de glasfabriek van het nabijgelegen KAROLINKA kan men
het fascinerende schouwspel meemaken van een tak van industrie die hier nog in alle
ambachtelijkheid wordt uitgevoerd. Men kan er ook glaswerk kopen.
In de prachtige natuur van het Beskydy Gebergte vindt men vele mooie dorpjes en
stadjes, zoals STRAMBERK met nauwe straatjes, oude houten
huizen en de resten van een middeleeuwse burcht. Hier kan men de traditionele houten
architectuur van deze landstreek bewonderen. Het stadje staat geheel onder monumentenzorg.
Tijdens de stadswandeling valt het op dat sommige huizen vervaardigd zijn uit onbewerkte
boomstammen op een gemetselde fundering.
Van Olomouc naar Karhor gaat de weg over NOVY JICIN (ca
60 km oostelijk van Olomouc). Het vierkante marktplein met de Mariazuil en zijn fraaie
oude huizen uit de tijd van de renaissance is een van de mooiste voorbeelden van groots
opgezette stedebouw. De stad ontstond in de 13e eeuw aan een grote handelsweg en trok
kolonisten uit heel Midden-Europa aan. Men kan er een bezoek brengen aan het
hoedenmakersmuseum en in het nabije KOPRIVNICE kan men het
Tatra automobielmuseum bezoeken.
Het meest bekende en geavanceerde ski-oord in het Beskydy Gebergte is het
wintersportplaatsje PUSTEVNY (Trojanovice) op 1000 m hoogte,
maar er zijn nog vele andere geschikte ski-oorden zoals SOLAN, BUMBALKA en BILA. Het beste gebied voor
langlaufen is de Pustevny-Tanecnice kam en het gebied rond Knehyne. De meeste
langlaufroutes lopen over de belangrijkste bergkam van dit gebied en bieden daardoor vaak
fantastische uitzichten.
Op 15 km ten noorden van Olomouc ligt het plaatsje STERNBERK
(Sternberg), dat bekend staat om de fabricage van klokken en horloges. Sternberk wordt
gedominineerd door een kasteel uit de 12e eeuw. In dit kasteel is een grote collectie oude
uurwerken, ook herbergt het een rijke collectie meubilair en oude schilderkunst. Opvallend
zijn de fraaie 17e-eeuwse schilderijen van Nederlandse meesters. In de gotische kapel van
de burcht wordt een kostbare schat bewaard, de Madonna van Sternberk, een van de meest
bekoorlijke voorbeelden van de fraaie stijl van omstreeks 1400. Verder is er een
waardevolle kunstverzameling.
Het Hruby Jesenik (het Jeseniky Gebergte) is zeer
geliefd bij wandelaars. Naast de beschermde natuur vindt men er ook aardige stadjes
zoals SUMPERK, maar ook het plaatsje VELKÉ-LOSINY (Gross-Ullersdorf) met zijn kasteel dat bekend is om
de vele heksenprocessen die hier in de middeleeuwen zijn gevoerd. Er is nu een
papiermuseum gevestigd. Via Bruntal (Freudenthal) komt men in
Velké-Losiny. In het dal van de Desna (Tesch) staat een mooi en goed bewaard
renaissanceslot uit de 16e eeuw. Het heeft een binnenhof met arcaden en de zalen zijn
fraai ingericht.
Het bedevaartplaatsje KRALIKY (Grulich) is omgeven door
indrukwekkende vestingwerken die voortreffelijk zijn gerestaureerd. Er loopt een weg, met
vele kapelletjes erlangs, naar de bedevaartkerk Maria Hemelvaart. Eens werden hier op
grote schaal religieuze beelden voor de talrijke bedevaartgangers gemaakt. De plaats ligt
in de schaduw van het Hruby Jesenik ( het Jeseniky Gebergte), aan de voet van de 730 meter
hoge berg Kraliky Sneznik, op de grens van Bohemen en Moravië. Een prachtig natuurgebied
met bergtoppen tot 1500 meter, naaldbomen en beekjes die rijk aan forel zijn. Een relatief
dunbevolkte streek met prachtige historische plaatsjes zoals Jromer en Kuks.
Een boerenzoon, Johann Schroth, afkomstig uit het naburige LIPOVA
LAZNé (Niederlindewiese) ontwikkelde genezingsmethoden waarbij hij gebruik maakte van
vochtige warmte en diëten. Een minerale bron aan de oosthelling van de Praded leidde tot
de stichting van KARLOVA STUDANKA (Bad Karlsbrunn).
Vanuit Karlova Studanka kan deze 1490 meter hoge Praded (Altvater), worden beklommen.
In JESENIK (Freiwaldau), eveneens in het Hruby Jesenik Gebergte
gelegen, staat het kasteel van de Duitse Orde, waaraan het gebied eens behoorde.
ZLATÉ HORY, dicht bij de Pools-Silezische grens gelegen, was
in de middeleeuwen een rijke mijnstad, want hier werd niet alleen goud, maar ook ijzererts
gewonnen. De Mariakerk steekt ver uit boven de huizen van het tegenwoordig dromerige
stadje in de uitlopers van het Praded (Altvater) massief.
Aan de nabije grens met het Poolse Silezië liggen twee voormalige hertogssteden Krnov
en Opava. Beide steden hebben zich tot cultuur- en kunstcentra ontwikkeld. KRNOV (Jägerndorf), gelegen aan de rivier de Opava (Oppa) was reeds in
de prehistorie bewoond en het bezit resten uit de laat-romaanse tijd in de Benedictuskerk
van Kostelec. De parochiekerk Sint Martinus is een monumentaal bouwwerk waaraan omstreeks
1300 is begonnen en dat vaak verbouwd is. Boven de stad staat de van verre zichtbare
Bedevaartkerk van Maria van de Zeven Smarten uit 1727.
De hoofdstad van dit Silezische deel van Tsjechië is OPAVA
(Troppau), gelegen aan de rivier de Moravice. De huidige stadskerk Maria Hemelvaart
behoorde aan de voormalige Duitse Orde, die sinds 1204 bestond. De gotische hallenkerk met
drie beuken is een bakstenen gebouw, dat in de tijd van de barok niet alleen een nieuw
hoofdaltaar, maar ook een fraaie kruisweg en andere kunstwerken verkreeg. De bedelorden
hadden hier hun kloosters en kerken. De Minorieten de Heilige Geestkerk sinds de 13e eeuw.
De Dominicanen hadden de Wenceslauskerk, een machtige in barok verbouwde basilica met drie
beuken, waarvan de bouw in 1291 was begonnen, en waar in de Dominicuskapel,
wandschilderingen uit de 14e eeuw bewaard zijn gebleven. De Jezuïeten hebben van
1675-1681 de Adalberts- (later Sint Georgs) kerk gebouwd en vanaf 1711 het College. Tot de
meest interessante burgerlijke gebouwen behoort het Silezische Museum (neo-renaissance,
1893-1895). Het was het eerste museum met belangrijke verzamelingen van de
Oostenrijks-Hongaarse Monarchie, vooral merkwaardig door een collectie van vroege
industrieprodukten.
Zuidelijk van Opava ligt het kasteel Hradec (Grätz) te midden van een park. De
componist Beethoven logeerde daar regelmatig bij zijn vriend en beschermer prins Carl
Lichnowsky. Het kasteel bevat fraaie kunstvoorwerpen en herinneringen aan de familie
Lichnowsky en aan de beroemde kunstenaars en politici die er te gast waren.
Via een omweg over FULNEK, waar de geleerde bisschop Jan Amos
Comenius (zie bijlage 210/1) door een monument wordt geëerd, wordt de stad OSTRAVA (ca 120 km noordoostelijk van Olomouc) bereikt. Ze ligt in het
grootste industriegebied van het land, hier ontstaan door de rijke steenkoollagen. Het
karakter van het gebied werd door de snelle ontwikkeling van de zware industrie in de 19e
eeuw bepaald, maar ook de periode tussen de beide wereldoorlogen heeft zijn invloed gehad.
Er werden moderne gebouwen neergezet, waarvan de nog bestaande huizen bewijzen dat men
zeer goed in staat was practische gebouwen te ontwerpen. De zeer bekende firma Bata liet
er bijvoorbeeld een grote schoenenfabriek bouwen. Zo werd Ostrava een stad die geheel op
de moderne massamaatschappij was ingesteld. De grote hoeveelheid fabrieken in het gebied
van Ostrava is schuldig aan een sterke milieuverontreiniging. Maar zo langzamerhand dringt
het ook hier door dat er maatregelen moeten worden genomen. Ongeveer 20 km zuidoostelijk
van Ostrava ligt de plaats Frydek-Mistek, een cultureel
en economisch centrum in de heuvels van het Beskidy-gebergte.
Op de grens van Tsjechië en Polen ligt - op ca 30 km oostelijk van Ostrava) een
gedeelde stad. Het Tsjechische gedeelte heet CESKY TESIN
(Teschen) en het Poolse Cieszyn. Het is de belangrijkste
grensovergang en vormt het centrum van het hele industriegebied aan weerszijden van de
grens. De bevolking van het gebied is uit verschillende streken afkomstig, maar door de
vele machtswisselingen in de 20e eeuw is er een groot saamhorigheidsgevoel ontstaan.
Als men de tocht door het gebergte naar het oosten vervolgt, komt men in BYSTRICE (ca 50 km oostelijk van Ostrava), sinds eeuwen een
bedevaartplaatsje. Men kan er de Heilige Mariakerk en ook de Kruisweg bij Hostyn bezoeken.
Volgens een oude legende werd Bystrice namelijk in 1241 op wonderbaarlijke wijze gered van
de woeste Tartaren. Enige kilometers zuidelijk ligt JABLUNKOV
(Jablunkau), vlakbij de grens met Slowakije.
Jizni Morava (Zuid-Moravië)
Achtereenvolgens worden de volgende streken behandeld:
Langs oude zilversteden naar het
weidse Moravië
Mooie landschappen met vele
historische monumenten
De Moravische Karst, Porta Coeli
en de burcht Pernstejn
Langs oude zilversteden naar het
weidse Moravië
Aan de oude hoofdweg van Praag naar Brno, de hoofdstad van Moravië, liggen interessante
steden en dorpen, kloosters en kastelen, die het waard zijn om bezocht te worden. De weg
loopt zuidoostwaarts en klimt bij Zdar (Saar) over het zacht golvende gebergte, de
Boheems-Moravische Hoogten, tussen Bohemen en Moravië. Dit gebergte wordt bijna ongemerkt
gepasseerd, want het is niet hoog. De bewoners van Bohemen en Moravië zijn nauw verwant.
Bezienswaardigheden:
Het onderstaande geeft enige informatie over eventuele uitstapjes in het gebied.
Achtereenvolgens worden de volgende plaatsen en hun naaste omgeving behandeld:
Jihlava (Iglau), Pelhrimov, Telc (Teltsch) en Trebic (Trebitsch).
De oude hoofdweg voert in Moravië eerst naar een belangrijke zilverstad: JIHLAVA (Iglau) (ca 30 km zuidwestelijk van Zdar). De bloeitijd van
deze stad viel in de 13e eeuw, dus nog voor de rijke tijd van Kutna Hora. In Jihlava werd
het mijnbouwrecht voor het eerst op schrift gesteld. Daarna diende het als voorbeeld voor
andere streken. De parochiekerk is aan de heilige Jacobus gewijd en bevat twee bijzondere
beelden; een Madonna uit omstreeks 1370 en een zeer gracieuze heilige Catharina uit
ongeveer 1400. Het grote, langgerekte marktplein is omgeven door huizen met gewelfde
ingangen, die van binnen voorzien zijn van monumentale trappenhuizen. Heel merkwaardig is
het schilderachtige groepje huizen dat midden op het plein staat. Na de sluiting van de
zilvermijnen werd er in Jihlava overgestapt op de lakenweverij. De gunstige ligging van de
stad aan de oude handelsweg naar Brno en Wenen zorgde ervoor dat de verdiensten niet
terugliepen. Ca 30 km westelijk ligt het mooie plaatsje PELHRIMOV
langs de weg van Jihlava naar Tábor.
De grootste verrassing op deze route is het betoverende barokstadje TELC
(Teltsch) (ca 40 km zuidelijk van Jihlava) dat in een dal tussen groene velden verscholen
ligt. Het best bewaarde en verzorgde stadje heeft een pittoresk marktplein waaraan kleine
huizen met fraaie gevels uit de renaissance- en barokperiode staan. Aan de noordwestkant
van de markt staat het kasteel Telc van de familie Rosenberg met waardevolle collecties,
dat tijdens de renaissance werd uitgebreid en van een prachtige inrichting werd voorzien.
Het kasteel en het betoverende stadje zijn vaak als achtergrond voor filmopnamen gebruikt.
Op weg naar Brno wordt TREBIC (Trebitsch) (ca 40 km oostelijk
van Telc), met een bezoek vereerd. De belangrijkste merkwaardigheid van het stadje is
misschien wel de indrukwekkende Maria Hemelvaartbasiliek. De bouw ervan begon in 1260.
Deze basiliek is een buitengewoon mooi voorbeeld van de bouwstijl uit de overgangsperiode
van de laat-romaanse naar de vroeggotische stijl. De basiliek behoort bij een van de
grootste benedictijnerkloosters van het land en hij kan wedijveren met soortgelijke
bouwwerken aan de Rijn en met die in het Franse Bourgondië. Trebic heeft ook een museum
en daarin bevindt zich een grote verzameling taferelen rond de kribbe van het Kindje
Jezus. Alle figuren zijn van papiermaché gemaakt. De renaissance-synagoge bleef bewaard
en buiten de muren is ook een indrukwekkend Joods kerkhof.
Het is plezierig om door het landschap van Moravië te rijden, want het biedt prachtige
vergezichten. Op weg naar Brno wordt de rivier de Oslawa overgestoken. Aan de andere kant
van de rivier (ca 40 km westelijk van Brno, weg 23) staat - hoog boven de rivier - het
prachtige renaissance slot Namest Nad Oslavou (Namiest) met o.a. Vlaamse tapijten uit de
16e en 17e eeuw . De brug is versierd met twintig barokke heiligenbeelden en lijkt op een
verkleinde versie van de Karelsbrug in Praag.
Mooie landschappen met
vele historische monumenten
Bezienswaardigheden:
Het onderstaande geeft enige informatie over eventuele uitstapjes in het gebied.
Achtereenvolgens worden de volgende plaatsen en hun naaste omgeving behandeld:
Brno, Rajhrad, Znojmo
(Znaim), Vranov (Frain), Slavonice
(Zlabings), Moravsky Krumlov (Mährisch Kromau), Ivancice, Mikulov (Nikolsburg), Breclav (Lundenburg), Staré Mesto
(Altstadt), Mikulcice, Modra, Straznice (Straschnitz), Bojkovice, Luhacovice, Velehrad, Buchlov,
Buchlovice, Bucovice, Slavkov (Austerlitz) en Pratzen.
BRNO (ca 200 km van Praag) is de hoofdstad van Moravië met een
eigen charme en ligt in een heuvelachtig landschap afgewisseld met rivieren en bossen. Het
stuwmeer van Brno is het favoriete recreatiegebied van de plaatselijke bevolking. Brno is
van oudsher een plaats waar de muziek in ere werd gehouden. In de stad hebben twee
beroemde musici gewoond, namelijk de componist Leos Janacek en de operazanger Leo Slezak.
In het bezienswaardige Reduta-theater trad de 11-jarige Mozart op. Er worden in de
theaters belangrijke concerten gegeven. Brno ligt aan de samenvloeiing van twee rivieren,
de Svratka (Schwarzau) en de Svitawa (Zwittawa). In de stad liggen twee heuvels, de
Petrovheuvel (Petersberg) waarop de Sint Petersdom staat. Op de Spilberk (Spielberg) ten
westen van de oude binnenstad staat de burcht Spilberk die in de Habsburgse tijd dienst
deed als gevangenis. Om het gevoel van gevangenschap te ervaren heeft Keizer Joseph II
zich hier een uur lang aan de ketting laten leggen. Na zijn kortstondig bezoek zijn toen
de diepste kerkers door hem gesloten. Tegenwoordig fungeert de gevangenis als stadsmuseum.
De stad kent tal van bezienswaardigheden, want in de middeleeuwen was het een belangrijk
kerkelijk centrum waar veel kloosterorden een zetel hadden. Zo ziet men in de binnenstad
de kloosters, de Peter en Paulkathedraal, de Kapuziner kerk en het grote plein met het
vroegere bisschoppelijke paleis en het Huis van de Heren van Ditrichstejn. Op het
marktplein vindt men het Oude Raadhuis en de Dominicanerkerk. Vroeger had de stad Brno
stevige stadswallen die menig vijand buiten de poort hield. Alleen Napoleon slaagde erin
om de stad te veroveren en hij heeft de wallen toen laten opgeblazen. De resten van de
omwalling werden later onder druk van de toenemende bevolkingsgroei verder afgebroken.
Buiten de ringweg (op de plaats van de vroegere stadsomwalling) ligt de trots van het
moderne Brno, het uitgestrekte jaarbeursterrein, een uitgebreid recreatie- en
cultuurpark. Een bezoek aan een wijnkelder, waar men uitgebreid kan kennis maken met de
heerlijke typisch Moravische streekwijn, is beslist de moeite waard.
Brno is tevens universiteitsstad. De beroemdste geleerde van de stad is de
augustijnermonnik Gregor Mendel. Zijn werkterrein was de tuin van het Maria
Hemelvaartklooster buiten de poorten van de oude stad. Jarenlang hield hij zich bezig met
het kruisen van verschillende plantensoorten. Tenslotte schreef hij een artikel over zijn
onderzoekingen. Tegenwoordig wordt Gregor Mendel over de hele wereld erkend en geroemd als
de ontdekker van de erfelijkheidswetten.
Voor camping 'Obora' neemt men op de snelweg Praag-Brno de afslag Ostrovacice en rijdt
naar het meer op 10 km ten noorden van Brno. Naast de camping loopt een bospaadje naar de
oever van het prachtige fjordachtige stuwmeer, Brnenská prehradni nádrz. Er ligt een
klein steigertje waar een rondvaartboot aanlegt. Het zwemstrand ligt 1,5 km verderop.
Van Brno gaat de tocht zuidwestwaarts. In het nabijgelegen RAJHRAD
staat het benedictijnerklooster met mooie fresco-decoraties in de bibliotheek. Verder
gaand komt men in de oudste hoofdstad van Moravië, ZNOJMO
(Znaim) (ca 60 km van Brno). Deze stad aan de Thaya (Dyje) was de residentie van de
vorsten uit het geslacht van de Przemisliden. Bovendien vormde het een van de
grensvestigingen die het land moesten beschermen tegen aanvallen vanuit Oostenrijk. De
echte ontwikkeling van deze sfeervolle stad begon pas in de 11e eeuw toen Moravië
uiteindelijk met Bohemen werd verenigd. In het jaar 1226 werd Znojmo de koninklijke
residentie en de stad draagt sedertdien de roodwitte Moravische adelaar in het stadswapen.
De oude binnenstad is rijk aan monumenten die aan het grootse verleden van Znojmo
herinneren. Het belangrijkste monument is de Catharina-rotonde, een romaanse rondbouw op
de burchtrots. Deze is van binnen versierd met fresco's die taferelen uit de geschiedenis
van de Premysliden weergeven. Zij waren de vorsten van Bohemen en Moravië.
Ten zuidwesten van de stad Znojmo loopt de grensrivier de Thaya. Eens lag er bij
Hardegg een brug over de rivier die de verbinding met Oostenrijk vormde. De brug werd
beschermd door aan weerszijden van de rivier liggende vestingen. Eén daarvan
is VRANOV (Frain), die hoog boven de diep uitgesleten rivierbedding ligt. De barokke
vesting lijkt als het ware tussen de rotsen en de hemel te zweven. Bouwmeester Johann
Bernhard Fischer von Erlach heeft van een oud gedeelte van de vesting een pantheon
gebouwd. Het is gewijd aan de grafelijke familie Althan, die aan het hof van Karel VI veel
aanzien had verworven. De ovale erezaal voor de voorvaderen heeft een koepel die is
versierd met kleurige schilderingen van Michael Rottmayr. Hij schilderde in de lichte
koepel de goden van de antieken, die de roem verkondigen van het geslacht Althan. Deze
zaal en andere bezienswaardigheden behoren tot de grootste meesterwerken van de Europese
barok. Het stuwmeer ten noordwesten van Vranov is ook een bezoek waard.
Het schitterende landschap langs de rivier de Thaya is vooral te bewonderen tijdens een
boottocht over de rivier. Op de oevers staan o.m. de 12e-eeuwse grensburcht Bitov
(Vöttau) en de ruïne van de burcht Cornstejn (Zornstein), die boven een stuwmeer ligt.
Cornstejn ligt in een prachtig natuurbeschermingsgebied met mooie wandelwegen.
Met de boot kan men langs de grens naar het prachtige renaissancestadje SLAVONICE (Zlabings) (ca 70 km westelijk van Znojmo) varen waar de
met relifschilderingen versierde gevels in het oog springen. Ze zien eruit als de
bladzijden van een groot geleerd boek met scènes uit het Oude en Nieuwe Testament,
antieke sagen en wijze spreuken. Het stadje lag aan de oude postweg Wenen-Praag en is goed
bewaard gebleven.
De weg terug naar Brno voert eerst langs het slot Dacice (Datschitz), een van de
zeldzaamste bouwwerken in Empire-stijl. Dit en het harmonische interieur maken het kasteel
tot een bijzonder geheel. Het volgende kasteel is het grote familiegoed Jaromerice
(Jarmeritz), het mooiste slot van de omgeving, in hoogbarok uit de 17e eeuw met een
bijzonder fraaie muziek- en danszaal.
In MORAVSKY KRUMLOV (Mährisch Kromau) (ca 30 km
westelijk van Brno) staat een van de grootste Moravische kastelen uit de renaissance met
arcadentuinen. In het kasteel is een deel van de kolossale schilderijen ondergebracht, die
betrekking heeft op de geschiedenis van de Slavische volkeren. De schilder Mucha was
afkomstig uit het nabije IVANCICE. Dit stadje was aan het
einde van de 16e eeuw een cultureel cenrum van de Boheemse Broedergemeente. Boven de stad
staat, van verre zichtbaar, de kleine barokke Florianskerk met haar vier kleine torentjes,
uit 1695.
De tweede tocht met Brno als uitgangspunt loopt zuidoostwaarts (richting Oostenrijk)
over de Mikulov en Breclav wederom naar het dal van de Thaya. De grensplaats MIKULOV (Nikolsburg) (ca 60 km zuidelijk van Brno) wordt beheerst door
het grote slot dat in de middeleeuwen in het bezit was van de familie Liechtenstein, en
later in dat van de familie Dietrichstein. In de barokke pronkzalen werd, nog geen 100 km
van Wenen verwijderd, in 1805 vrede met de zegevierende Napoleon gesloten. En in 1866 werd
hier onderhandeld over de vrede met Pruissen. Op het marktplein staat voor de Grafkerk van
Dietrichstein de hoge Drievuldigheidszuil die in 1723 is opgericht. Mooie renaissance
huizen en de vroeg-barokke synagoge herinneren aan het leven in de stad, onder tolerant
vorstelijk bestuur. Boven de stad ligt een van verre zichtbaar bedevaartkerkje dat als
complex in 1679 ter ere van de Heilige Sebastiaan werd gebouwd.
Eveneens dicht bij de Oostenrijkse grens ligt BRECLAV
(Lundenburg) (ca 30 km oostelijk van Mikulov), van waaruit de opgravingen in het Moravadal
kunnen worden bezocht. Tussen Mikulov en Breclav werd in een moerassig gebied van de
folkloristische streek Moravisch Slowakije het kasteel Lednice (Eisgrub) gebouwd. Het
kasteel dateert uit de 13e eeuw, maar de uitbreiding in de 16e eeuw heeft eigenlijk
gezorgd voor het barokke uiterlijk. De familie Liechtenstein had dit kasteel in eigendom.
Er omheen werd een groot park aangelegd, waarvoor duizenden planten- en bomensoorten uit
Amerika werden overgebracht. Ook werden er eigenaardige bouwwerken neergezet o.m. de
minaret en de tempel van Pollo. Het tegenwoordige Lednice is een droom van neo-gotiek.
Allereerst ontstond het beroemde 'Glashuis', daarna het ensemble, ingedeeld in acht
vleugels en vier tuinen. De slotkapel staat vrij. Als laatste werd in 1850 de
slotbibliotheek gebouwd. Overal kan het prachtige handwerk worden bewonderd.
Bij het nabijgelegen slot Valtice (Feldsberg) dat evenals kasteel Lednice aan de
familie Liechtenstein toebehoorde, kan men de 74 meter lange, zogenaamde Spaanse stal
bewonderen. In de stal zijn afzonderlijke hokken, die door Giovanni Giulani met
houtsnijwerk - paardekoppen - zijn versierd. In dit kasteel kan men een indrukwekkende
collectie schilderijen aanschouwen. Ook is er de oude wijnkelder bewaard gebleven. De
Zuidmoravische wijn is vol en zuiver. De vruchtbare wijnbergen grenzen aan het
Neder-Oostenrijkse wijngebied. De druiven van beide streken leveren wijnen die sterk op
elkaar lijken.
Het vruchtbare Moravadal (Marchdal) trok reeds talloze eeuwen geleden mensen aan. Hier
lag de bakermat het Grootmoravische rijk waarvan de hoofdstad vermoedelijk op de plaats
van het huidige STARé MESTO (Altstadt) lag. De korte
bloeiperiode van het rijk viel in de 8e en 9e eeuw. Bij opgravingen in MIKULCICE (ca 15 km noordoostelijk van Breclav) en MODRA werden talrijke vondsten gedaan. Daarbij werden de oorspronkelijke
vestingwallen ontdekt. Bovendien werden muren van vijf kerken gevonden die aantoonden dat
de bewoners van het gebied al vroeg tot het christendom werden bekeerd. De talrijke
waardevolle voorwerpen die werden gevonden, wijzen op een hoogontwikkelde cultuur.
Tot de centra waar de oude overgeleverde volkscultuur nog in ere wordt gehouden,
behoort STRAZNICE (Straschnitz), waar ieder jaar in de
laatste week van juni grote bijeenkomsten in klederdracht en folkloristische
voorstellingen plaatsvinden.
Eurocamping Bojkovice ligt zo'n 1200 km van Nederland, aan de rand van het stadje BOJKOVICE, op 80 km ten oosten van Brno. Het ligt in de beboste
heuvels in het dal van de Olsava tussen de bergruggen Vizovicka Vrchy en de Witte
Karpaten.
Het kuuroord LUHACOVICE (ca 30 km noordoostelijk van
Staré Mesto), de grootste badplaats van Moravië, ligt in het Horni Olsava dal en staat
bekend om haar geneeskrachtige bronwater en de gezonde lucht. Hier vindt men ook prachtige
voorbeelden van de Moravisch-Walachische kunst.
Het klooster Velehrad (Welehrad) (westelijk van Staré
Mesto) werd in 1205 gesticht en door de Moravische Markgraaf Wladislaus, de broer van
koning Ottokar I, geschonken aan de cistercinzers uit het Boheemse Plass. Van dit
laat-romaanse bouwwerk zijn indrukwekkende delen van de tegenwoordige crypte toegankelijk
gemaakt. Ook het oostelijke koor staat nog overeind. Van buiten is het duidelijk
herkenbaar aan de drie absiden. Onder de kerk uit de baroktijd liggen de overblijfselen
van een romaanse basiliek. In de basiliek is lange tijd vergeefs gezocht naar het graf van
bisschop Methodius die in het jaar 885 in Moravië was gestorven en door de Slaven als
apostel werd vereerd. Ondanks het feit dat het graf van Methodius niet werd gevonden, is
Velehrad nog steeds het doel van talrijke bedevaartgangers.
Door een weids landschap met golvende velden aan de zuidkant van het Marsgebergte gaat
de tocht westwaarts en worden de burcht Buchlov (Buchlau) en
het kasteel Buchlovice (Buchlowitz) aangedaan, die vlak bij
elkaar liggen (westelijk van Staré Mesto). Toen de bewoner de burcht Buchlov, die op een
520 meter hoge berg staat, te ongerieflijk vond worden, liet hij op enige afstand het
kasteel Buchlovice bouwen. In de vlakte onder de burcht was ruimte genoeg om het grote
kasteel te bouwen. Buchlov bevat thans een interessant museum met fraaie zalen en
interessante verzamelingen. Een grote tuin met een obelisk ligt tussen het bovenste en
onderste kasteel; in de binnenhof hangt nog de sfeer van de feesten die hier werden
gehouden.
In dit gebied liggen ook de fraaie kastelen Bucovice (Butschowitz) en Slavkov
(Austerlitz). Vooral de Keizerzaal van het renaissance slot Bucovice
is met zijn fraaie stucwerkversieringen een bezienswaardigheid. Dit slot heeft ook een
fraaie binnenhof met drie verdiepingen en hoge elegante arcaden aan drie vleugels. De
zeven meter hoge Bacchusbron in het midden van de tuin werd in 1637 gebouwd.
Het plaatsje SLAVKOV (Austerlitz) (ca 20 km
oostelijk van Brno) is beroemd geworden door de grote veldslag op 2 december 1805, de
zogenoemde Driekeizer Veldslag. Daarbij werden de troepen van keizer Frans I van
Oostenrijk en tsaar Alexander I van Rusland verslagen door het leger van de Franse keizer
Napoleon. Na de slag werden de gesprekken tussen de partijen gevoerd in het kasteel van
Slavkov. Napoleon kreeg toen de macht in Europa, waarna hij dit naar zijn eigen ideeën
opnieuw kon indelen. Tien jaar later veranderde de situatie. Bij het Wener Congres werden
de meeste maatregelen die Napoleon had genomen, ongedaan gemaakt. De geestelijk
ontwikkelingen waartoe Napoleon de aanzet had gegeven, waren echter niet meer tegen te
houden.
Het merkwaardig gevormde kasteel van Slavkov is nu museum en bevat een rijke verzameling
uit de tijd van Napoleon. Bovendien geeft het een goed beeld over het tijdperk van de
Oostenrijkse keizerin Maria Theresia. Haar trouwe kanselier prins Kaunitz woonde op dit
kasteel dat al sinds 1531 aan zijn familie toebehoorde. Wie belangstelling heeft voor
Napoleon, moet beslist een bezoek brengen aan het monument (een Jugendstilwerk) op de
Veldherenheuvel van PRATZEN, vanwaar Napoleon de bewegingen van
zijn troepen waarnam en zijn bevelen gaf. Bij helder weer is het uitzicht over het
schitterende landschap, dat vrijwel onveranderd is gebleven, een fraaie toegift op de
tocht.
De Moravische Karst, Porta
Coeli en de burcht Pernstejn
Bezienswaardigheden:
Het onderstaande geeft enige informatie over eventuele uitstapjes in het gebied.
Achtereenvolgens worden de volgende plaatsen en hun naaste omgeving behandeld:
Blansko, Sloup, Vranov
(Wranow), Krtiny (Kiritein), Tisnov
(Tischnowitz)
Ten noorden van Brno gaat de tocht door de Macocha, een gebied met onderaardse
meertjes, geheimzinnige druipsteengrotten en schilderachtige dalen. Het uitgangspunt
is BLANSKO dat in het dal van de Svotava ligt. Er bevinden zich
daar fabrieken uit het begin 19e eeuw, waar vooral ijzerwerk voor allerlei doeleinden werd
gemaakt. Noordelijk van Blansko staat het laatbarokke slot Rajec (Raitz) met een rijk
interieur en een goed opgezette schilderijengalerij. Vanuit Blansko of Rajec kunnen
excursies naar het beroemde Karstgebied van Macocha met zijn grotten en onderaardse meren
worden gemaakt. Het is een uniek karstgebied met bovengronds een rijke begroeiing,
onderbroken door diepe kloven en riviertjes. Ondergronds is het decor ook indrukwekkend;
daar zijn in de kalksteen uitgeslepen grotten met stalagmieten en stalactieten waar
riviertjes doorheen lopen.
Vlakbij Blansko (ca 40 km ten noorden van Brno) kan men de sprookjesachige Punkva-grotten
(of Macocha-grot) bezichtigen; druipsteengrotten van de Moravische Karst met ingewikkelde
gangenstelsels en ondergrondse meren. Men kan na een onderaardse tocht de 138 meter diepe
Macocha-kloof bezoeken en voorts de vlakbij gelegen Catharinagrot, die vanwege de
merkwaardige kalksteenformaties de bijnaam 'betoverde heks' kreeg. Ook kan men er een
boottochtje van drie kwartier over de onderaardse rivier de Punkla maken,; onderweg
scheren de vleermuizen over je hoofd. Het tochttje wordt onderbroken voor een bezoek aan
de Sprookjeskoepel.
Het vroeger zo gevaarlijke gebied, waarover vele wilde verhalen de ronde doen, wordt
omgeven door de drie bedevaartplaatsen Sloup, Vranov en Krtiny. De bedevaartkerk van SLOUP is een fraai gebouw uit de barok en tegelijkertijd de parochiekerk
van de Mater Dolorosa. In VRANOV (Wranow) is de bedevaartkerk
van Maria's Geboorte, met op het plafond het fraaie fresco van Johann Josef Etgens uit
1738. Ook de grafkelder van de familie Liechtenstein is hier te bewonderen. De
bedevaartkerk van KRTINY (Kiritein) is uit 1750 en werd door
vooraanstaande kunstenaars versierd.
In het plaatsje TISNOV (Tischnowitz) staat de ruïne van een
cistercienzer nonnenklooster. Het klooster heeft een bijzonder portaal, de Porta Coeli (de
Hemelpoort). Dit portaal is met zeer waardevol gotisch beeldhouwwerk versierd. Het
klooster werd in 1233 door koningin Constance, de gemalin van Wenceslaus I, gesticht.
Omstreeks 1250 is het prachtige portaal gebouwd met het tympaan, waarop de stichters de
nieuwe kerk aan Christus aanbieden. De stichteres en haar zoon zijn hier begraven. Van
Tisnov loopt de weg naar een van de machtige grensburchten die dienden om aanvallen uit
Bohemen af te weren. De burcht Pernstejn werd gebouwd en bewoond door de beroemde
adellijke familie Pernstyn. Het is een indrukwekkend geheel dat van de 13e tot de 17e eeuw
de hoofdverblijfplaats van de Pernstyns was. Het land behoorde tot in de wijde omtrek bij
de burcht. De familie bekleedde hoge ambten en had omgang met families van gelijke stand
in Italië, Spanje en Duitsland. Bij een rondgang door de burcht is het niet moeilijk om
te verdwalen in de doolhof van vertrekken, weergangen en torens. |